Annemarie van Haeringen is naar mijn idee de beste illustratrice in Nederland van dit moment.
Speels, 'artistiek', komisch en vooral heel eigenzinnig.
Karakteristiek zijn de rafelige zwarte contouren van haar tekeningen.
Haar verhalen hebben niet de diepgang van Max Velthuijs, maar zijn wel zeer vermakelijk en uitstekend voor te lezen. Meestal is voedsel of juist een gebrek daaraan de motor van het verhaal.
Tijdens de Kinderboekenweek heeft ze opnieuw een Gouden Penseel gewonnen, ditmaal voor De Prinses met de lange haren. Het juryrapport was zeer lovend:
"Verder bekroonden wij [...] voor de tweede maal Annemarie van Haeringen met een Gouden Penseel. Dat hing al vanaf het begin in de lucht. Een tijdlang was ze met haar blijmoedige illustraties bij Rindert Kromhouts Wat staat daar? zelfs haar eigen concurrent. Per boek hanteert ze namelijk een totaal ander palet, en dat doet ze zo overtuigend dat het voor de jury even moeilijk kiezen was."
De prinses met de lange haren, Leopold, 2000
Let op de kleur, maar ook de 'rafeligheid' van de haren van Annemarie van Haeringen. Wat was er eerder: het kapsel of de stijl van haar tekeningen?
Uit het
Annemarie van Haeringen visualiseerde haar vriendelijke sprookje in meeslepende pen-aquarellen. Haar platen zitten mooi ritmisch in het boek en lopen soepel mee met de steeds veranderende sfeer van het verhaal. Zo deinst ze niet terug voor heftige grafische contouren, zoals de brutaal gepenseelde zwarte haarspiraal op de rode of gele ondergrond (hoe vaak heeft ze dat niet over moeten doen om die in één soepel gebaar als een Chinees karakter zo neer te zetten?). Een paar pagina's verderop zijn er platen met een ijle transparante atmosfeer. Jaloersmakend zijn de azuren tegeltjes op het prinsesselijk toilet en het gestempelde Matisse-behang in de meisjeskamer. Je zou zo bij haar willen wonen. "En steeds domineert het magistrale haar als spannende vlek de pagina's. Gitzwart werd dat omdat dat grafisch zo mooi is en veel sterker werkt in een illustratie dan blond dat zo lievig, zo licht en zo gelig is (of ook een beetje omdat ze zelf donker haar heeft en iemand misschien ook tekent wat zij zelf is?). Met veel lef gebruikt ze dat zwart op geel en rood en soms hanteert ze zelfs een puur zwart palet met één klein toefje oranje om de dramatiek van een donkere nacht te benadrukken. Knaleffecten zijn het dan. Ze weet wat kleur doet en heeft binnen haar volstrekt eigen stijl daarvan in dit boek een heel nieuw gebruik van gemaakt. En had ook het geluk dat vormgeefster Tessa van der Waals haar illustraties en tekst in een uiterst zorgvuldige en volstrekt vanzelfsprekende typografie (mooi passende letter, die Swift!) tot zo'n harmonieus prentenboek wist samen te smelten. Het Gouden Penseel 2000 is voor onze zwartharige kroonprinses van de kinderboekillustratie: Annemarie van Haeringen!
De Notenkraker (Leopold)
Aap heeft niet veel zin om een wintervoorraad aan te leggen. 'Sst, ik speel', zegt hij tegen Eekhoorn, die bezorgd informeert of Aap niet eens... Maar Aap speelt niet alleen, hij kijkt ook heel goed waar Eekhoorn zijn noten verstopt.
De Heksentoren (tekst: Hans Dorrestein, Leopold)
Twee kinderen komen met hun roeiboot vast te zitten in het wad en kunnen pas weer naar huis als het vloed wordt. 's Nachts zien ze de heksentoren. En Oude Pier zegt, dat wie de heksentoren ziet, dood gaat...De beste in de reeks, mede omdat Hans Dorrestein bewijst ook een 'gewoon' goed kinderverhaal te kunnen vertellen.
Onder water, boven water (Leopold, 1997)
Net als Spin lekker wil gaan eten, komt Schildpad moe aanzetten. Of hij mee kan eten? Dat kan wel, maar dan moet Schildpad eerst schoon zijn. De volgende dag moet Spin iets van Schildpad hebben...
Malmok - (tekst: Sjoerd Kuyper, Leopold)
Malmok, de grootste kletskous van de kolonie, is plots heel stil. Zo vreselijk stil, dat er iets moet zijn. Dan roept een moeder om haar kind... Schitterende illustraties bij een verhaal dat leuk is om voor te lezen.
Op hoge poten (Leopold)
Iedereen heeft honger. Als de krokodil Reiger wil opeten, is Reiger blij met zijn hoge poten. Maar waar kan hij eten vinden?
Een verhaal met een staartje (Leopold, 1993)
Haas wil Schildpad niet in het slaveld hebben. 'Wedstrijdje hardlopen?', stelt Schildpad voor. Dat had Haas beter niet kunnen doen...
De koning bakt een huis (Kinderboekweek, prentenboek 1996)
Blootpad komt nooit zijn huis uit, omdat hij een pad is zonder schild. De koning vindt dat heel zielig...
Wat staat daar? (Tekst: Rindert Kromhout, Leopold, 1999)
Aap krijgt een brief. Maar Aap kan nog niet lezen. Daarom gaat hij naar zijn vriend Bok, om te vragen wat voor een brief dat is. Maar Bok kan pas één woord lezen: maan. En er staat geen maan, zegt hij. Dus gaan ze naar Cavia. En vervolgens naar Das. En dan naar Ezel. Ieder dier kent nog wel een ander woord dan maan, maar die brief lezen kan niemand. Gelukkig brengt Feestvarken uitkomst.
Ik word wel koningin (Gedichten van Hans Kuyper, Leopold, 1997)
Gedichten over dagelijkse dingen, vanuit het perspectief van kinderen vanaf een jaar of drie. Soms heel geslaagd, maar meestal toch wat gekunsteld. De zwart-wit tekeningen van Annemarie van Haeringen halen het niet bij haar prentenboeken.
Nooit gelezen, maar wow, wat een aardbei!