december 2015
Stel, je komt uit het land van Amos Oz, David Grossman, Etgar Keret, Nir Baram, Meir Shalev en Hila Blum - dan heb je als literatuurliefhebber veel redenen om trots te zijn. Stel, dat land is Israel. Dan ontstaat er een ongemakkelijke situatie, kan ik me zo voor stellen. Het persoonlijke is er per definitie politiek. Of niet?
Hila Blum’s debuut Het Bezoek is een zinderend boek over het moderne, Westerse gezinsleven van tweeverdieners met een samengesteld gezin. Het is geen Joodse roman. Het is geen Israëlische roman. Het is geen vrouwenroman. Ja, Hila Blum is een vrouw, woont en leeft in Israël en is al jaren redacteur bij een grote uitgever, waar ze onder meer Etgar Keret heeft begeleid. Of ze Joods is? Het is geen onderwerp, er zijn geen uitweidingen over Joodse feestdagen en gebruiken. Ook speelt de angst voor aanslagen nauwelijks een rol. Het enige gevaar in Het Bezoek komt consequent uit de hoek van het gezinsleven. Kinderen die op elkaar moeten letten. De buitenechtelijke liefde die op de loer ligt. De onuitgesproken verwachtingen tussen ouder en kind. Maar vooral de niet-aflatende aanwezigheid van twee volwassenen die samen de kiem hebben gelegd voor het gezin.
Blum heeft voldoende boeken geredigeerd om aan de hedendaagse verplichting te voldoen dat er een plot moet zijn. Want de suggestie van een plot geeft een verhaal energie en houdt de lezer bij de les. Meestal vind ik een plot een zwaktebod. Een goede schrijver (of bedoel ik: een goede lezer?) heeft geen behoefte aan een begin en een eind, maar dwaalt liever. Bij Hila Blum kan je beide doen. Ze heeft een aantal lijnen in de roman uitgezet, die ze stuk voor stuk keurig afhecht. De kracht en de energie van haar boek zitten echter in iets heel anders: de minutieuze beschrijvingen van situaties en de bijpassende observaties door de hoofdpersonen.
“En toen, de volgende dag, op de Pont Saint-Louis, zagen ze een magere, lange man hand in hand met een lilliputtersvrouwtje lopen, hij keek aldoor naar haar, schuin omlaag, verliefd en Nilly’s adem stokte, zo mooi en droevig vond ze het. Ook Natty stond stil, en hij zei dat het inderdaad nogal een tafereel was. Liefde, ware liefde, open en bloot. Hoogte-overschrijdende liefde. En ze voelden allebei dat hun eigen liefde misschien wat minder was. Vooral omdat ze daar zo stonden te staren, zoals je niet hoort te doen.”
Ruim vierhonderd pagina’s lang schildert Hila Blum ons in intense beelden de teleurstellingen, worstelingen en twijfels van met name Nilly, stiefmoeder van de eerste dochter van Natty en moeder van hun gezamenlijke dochter. Met liefde en humor toont Blum ons de onvolkomenheden van het leven in de 21ste eeuw. Een leven zoals zovelen van ons leven, zonder een stroom aan successen die men kan delen op social media, zonder overwinningen, en met een verlies dat klein genoeg is om een plek te kunnen geven.
“Hoe was het precies? Ze gingen uiteindelijk door, maakten een ochtendwandeling, eerst langzaam lopend, nog steeds onder de indruk van de woordenwisseling op de hotelkamer (kleine, experimentele voorproefjes van de verwijten die met de tijd geperfectioneerd zouden worden: haar behoefte om elk mogelijk negatief toekomstperspectief te concretiseren; het gemak waarmee hij in plooien van ontkenning wegglijdt).”
Verwacht van Het Bezoek geen grote filosofische overwegingen over de zin van het bestaan, noch het tegendeel, een romantische liefdesverklaring aan het gezin. Het is een uiterst gedetailleerde beschrijving van het liefdesleven in een gezin. Een gezin dat ook in Amsterdam had kunnen wonen. Hila Blum heeft daarmee vooral een ode aan de middenklasse geschreven.
Op Atheneum.nl is een leesfragment beschikbaar.