Conceptueel Activisme als derde weg

november 2016

Waarin we via een muis, rommelige teksten, de associaties van Bruno Latour, en de niet-bestaande wereld van Gabriel Markus, tot een voorstel komen voor een algoritme om de mate van ‘nep’ te bepalen.

Ik was kind op een progressieve school in de jaren ‘70. Ook wij, de jongens, kregen verplicht, in blokken van 6 weken, haken, macrameeën en breien. Het was in de vierde klas dat we een breiproject moesten kiezen uit een groot handwerkboek. De foto’s van gebreide herten, clowns en katten zagen er verleidelijk uit. Ik kende echter mijn beperkingen en koos voor de kleinst mogelijke variant: een muis. Deze bestond uit twee delen: kop en lijf. Terwijl de meeste kinderen lekker opschoten met hun meer ambitieuze projecten, was mijn ’muis’ na 6 weken niet verder gevorderd dan het lijfje. Gelukkig was mijn juf de kwaadste niet. Onder het mompelen van ‘Tja, dat is niet veel…’, pakte ze een touwtje en bond het op tweederde van het lijf strak rondom. “Zo, nu heeft hij tenminste ook een kop.” En wat eerst niet meer leek dan een gebreide worst, kreeg plots betekenis, een leven op zich, het leek niet alleen een muis, het werd een muis. Zo kwam ik voor het eerst, zij het onbewust, in contact met conceptueel activisme.

De term Conceptueel Activisme kwam pas veel later op mijn pad, tijdens het lezen van een wetenschappelijk artikel van Alexander Styhre: Messy Texts And Conceptual Activism in Organization Theory:

The writing of messy texts are a particular form of conceptual activism wherein there are always voids, ruptures and fluidity present in the text, and where the author is explicitly rejecting the idea of an objective or apolitical account of the event or occurrence.

Verhalen vertellen (of wat nu in marketingtermen story telling is gaan heten), is de activiteit om feiten, mensen en gebeurtenissen een logische plek in tijd en ruimte te bieden en daarmee de wereld begrijpelijker te maken. Iedere keer dat ik dat probeer, geeft het me een leeg en onbevredigend gevoel. Om Boudewijn de Groot te parafraseren: “Achter iedere deur die ik dicht doe, gaat een andere weer open.”

Messy texts, rommelige teksten, voeren me terug naar mijn muis van de lagere school. Mijn muis was in alles een messy text. Mijn juf leerde me de waarde van conceptueel activisme - wij samen besloten dat een muis de vorm heeft van een worst met een strakgetrokken touwtje dat de plek van een nek suggereert. Een messy text vertelt een verhaal, maar erkent het arbitraire en tijdelijke karakter ervan, het is niets anders dan een kunstmatige kop-staart-verbinding.

Rommelige teksten bieden ruimte aan de oneindige complexiteit van de samenleving. Ik probeer vanuit steeds wisselende, elkaar soms tegensprekende perspectieven woorden te vinden om te duiden wat ik waarneem. Niet door aarzelend te benoemen, maar door steeds opnieuw een stelling te beklimmen en dan te verlaten voor een andere. Het is het geheel van stellingen bij elkaar dat de ‘werkelijkheid’ het dichtst benaderd.

Iedere stelling die ik beklim, ieder perspectief dat ik kies, is een vorm van activisme. Alhoewel ik geen keus heb dan te kiezen, is de keuze zelf vrij. Kiezen is iets activeren, een begin van een transformatie. Door dit activisme conceptueel te noemen, accepteer ik het arbitraire en kunstmatige karakter van de keuze. Mijn vrije wil uit zich in het maken van de keuze voor een bepaald concept, waarna het concept de overhand krijgt en het zich als het ware ontvouwt conform de verwachtingen van zijn eigen logica. “Ik heb een hamer in mijn hand, dus elk probleem is een spijker.” “Ik moet efficiënt werken, dus elk mens is een nummer.” Door de keuze als conceptueel activistisch te beschouwen, neem ik de volle verantwoordelijkheid voor mijn keuze.

Is het zoet mogelijk zonder het zuur?

Het conceptueel activisme biedt een derde weg, naast de doodlopende wegen van enerzijds cynisch relativisme en anderzijds dogmatisch idealisme. Als ik ergens voor kies, accepteer ik de regels die erbij horen. Sterker nog, het zijn de regels die het concept aantrekkelijk maken. Wie wil er schaken zonder zich aan de regels te houden? Ik begrijp de frustratie van de traditionele gelovigen over het ietsisme: vrijelijk shoppen in de religies totdat je overhoudt wat je past. Daar is letterlijk geen kunst aan. Is de overwinning mogelijk zonder de regels, het zoet zonder het zuur? Toch kun je zeggen dat ook het ietsisme uiteindelijk een concept is, een nieuwe religie passend bij het consumentisme van onze tijd.

A thing becomes increasingly real the more associations it has.
Bruno Latour

Schaken, ietsisme - kan eigenlijk alles een concept zijn? Een vraag die me terug voert naar het rommelige karakter van teksten. Een concept biedt een verhaal, een model van het beschrevene. Het ietsisme als verhaal is even ‘waar’ als de islam of het protestantisme. De kans dat het ietsisme echter ooit de statuur zal krijgen van een grote wereldreligie, acht ik klein. Het ietsisme lijkt op mijn gebreide muis - op een gegeven ogenblik wil iemand er iets van maken, omdat de tijd op is, de energie er niet meer is, men er genoeg van heeft, en doet er een strik om. Haalt men de strik weg, dan verliest het zijn vorm. Het is in deze zin dat ik Bruno Latour begrijp: “a thing becomes increasingly real the more associations it has.” 1 Het ietsisme is een ding met weinig associaties, het is een messy text die haar vorm zonder veel pijn en verdriet weer kan loslaten, een experiment als die van Aby Warburg's associatieve allianties waarmee hij de kunstgeschiedenis wilde herschrijven.

Conceptueel activisme speelt met perspectief en associaties, het is in staat een strik te leggen, maar stelt tegelijkertijd dat deze strik niet de eeuwige of enige werkelijkheid kan zijn. Een discussie over de wereld als geheel is daarom niet mogelijk, zoals ook Gabriel Markus concludeert in zijn boek Why The World Does Not Exist. Er is geen perspectief waarin je boven alles kan staan. “The world is neither exclusively the world without spectators nor the world of spectators.” 2. Mijn concepten noemt hij fields of sense: “objects appearing under conditions that we can make exclusive through rules.” 3 We zijn ertoe veroordeeld steeds een perspectief te kiezen, en we moeten accepteren dat elk perspectief precies dat is: een invalshoek, met een daarbij behorend verdwijnpunt. Dat verdwijnpunt is de wereld. Markus kan, door het failliet te accepteren van de enige en kenbare wereld, een realistische filosofie scheppen: alles voor het verdwijnpunt, voor de horizon is de reële werkelijkheid, waarover we dus wel zinnige uitspraken kunnen doen.

Nepnieuws en de kracht van associaties

Het waarheidsgehalte van de uitspraken die voor de horizon van ‘de wereld’ liggen, wordt bepaald door de sterkte van hun associaties. Hetgeen, waarschijnlijk niet toevallig, ook de wijze is waarop Google Panda, onderdeel van hun zoekalgoritme, heeft gedresseerd en Tim O’Reilly nu Facebook adviseert om verder te onderzoeken: “Improving the “truth value” of articles doesn’t depend on manual interventions to weed out bad results, as commentators on both sides of this issue seem to think, but on discovering signals that cause good results to float to the top.” De sterkte van een associatie is wat Latour de mate van ‘good’ zal noemen. Hoe sterker de associatie, hoe betrouwbaarder deze is. Aangezien associaties bij Latour niet alleen tussen mensen bestaan, maar ook tussen mens en ding en tussen dingen onderling, gaat het niet alleen over wat mensen vinden, maar ook wat buiten ons bestaat. Zelfs als de meerderheid van de mensen de opwarming van de aarde zou ontkennen, zal nog steeds de opwarming van de aarde een hoge associatiewaarde hebben. Want de bomen, de regen, de dieren - zij bepalen mede de waarde. Het teruglopend aantal ijsberen is niet te ontkennen. De associatiewaarde biedt een oplossing om met het fenomeen van nepnieuws om te gaan. Bovendien verlost het ons van de vermeende tegenstelling tussen nep en echt nieuws. Ieder artikel bevindt zich op een schaal tussen nep en waar. De associatiewaarde zou een nieuwe norm kunnen worden om nieuws te beoordelen. Dan moeten we enkel een discussie voeren hoe we de kracht van associaties berekenen. Dat brengt me terug bij conceptueel activisme.

Conceptueel Activisme biedt een manier om steeds nieuwe associaties te onderzoeken. Niet blind doorgaan op een weg, maar bereid zijn steeds andere wegen in te slaan. Sommige wegen brengen je diep landinwaarts, andere lopen al snel dood. Maar iedere weg biedt je een perspectief. Het doet recht aan het principe van complimentariteit, zoals op Brainpicking zo mooi wordt toegelicht aan de hand van Frank Wilczek:

“To do full justice to reality, we must engage it from different perspectives.”

Hoe meer mensen en dingen het perspectief delen, hoe hoger de associatiewaarde. Er zullen echter altijd meerdere perspectieven blijven bestaan. Daarom zijn er messy texts als deze, die slechts afgerond kunnen worden omdat de schrijver er een strik omheen doet. En jij als lezer dat misschien al veel eerder hebt gedaan.