1. Dorothea Lachner

    Het Heksenfeest (Ill: Christa Unzner, vert. uit het Duits (1997); Voorschoten: De Vier Windstreken 1997)

    cover Heksenfeest

    Het heksen wil Babeloe maar niet lukken. In plaats van frambozenijs tovert ze zure augurken, de pizza die ze hekst ziet eruit als een koeienflats en haar kat verandert ze bijna in een stinkdier. Als bij een toverwedstrijd ook alles mislukt, is ze verdrietig. Tot ze ontdekt dat ze iets anders heel goed kan...

  2. Leo Lionni

    Pezzettino (Tekst: Middelhauve, vert. uit het Engels(1975); Deventer: Ankh-Hermes 1985)

    Een grafische fabel: Pezzettino is zo klein, dat hij ervan overtuigd is een stukje van iets-dat-groot-was te zijn. Maar aan wie hij het ook vraagt, niemand mist een stukje. Uiteindelijk ontdekt Pezzettino iets heel belangrijks.
    Aan de illustraties is te zien dat Lionni vooral als graficus werkt: de wezens en de natuur zijn opgebouwd uit abstracte vormen. Lionni is internationaal vooral bekend als graficus, al heeft hij met zijn prentenboeken eveneens veel succes geoogst.

  3. Ted van Lieshout

    1. Een lichtblauw potlood en een hollend huis (Amsterdam: Leopold, 1997)

      Lieshout Lichtblauw

      De hoofdpersoon in het boek wordt 10. Reden voor een jubeleum (geen spelfout, maar de logica van een kind: jubeleum komt van jubelen, niet van jubilen). Het resultaat is 'Een lichtblauw potlood en een hollend huis'. "Daarin plak ik het belangrijks dat lag te slingeren in de wereld en dat ik heb opgeraapt toen ik erdoorheen liep."
      Op halftransparante pagina's staat de dialoog tussen moeder en kind, op prachtige, in steeds weer andere technieken en stijlen, worden de gevonden dingen in dichtvorm gepresenteerd:

    2. Uit: Mijn trommeltje

      "Kijk, dit is mijn trommeltje. / Wat erin zit? Nou, een rommeltje! / Alles wat ik heb bewaard. / Alles wat ik heb gespaard. / Zal ik het eens opendoen?

      Alhoewel ik de gedichten aan Douwe heb voorgelezen toen hij zes was, is voor een goed begrip van de tekst, aan te raden het boek pas op een leeftijd van een jaar of negen te lezen. Wij hebben vooral genoten van de prachtige woorden en de humor.

    3. Wat drink je? O, pies! (Ill: Joep Betram Amsterdam: Van Goor, 1992)

      Lieshout Foto

      Op de van Van Lieshout bekende wijze vinden er weer heerlijk onzinnige gesprekken plaats tussen een volwassene en een kind. Als het kind zegt dat hij pies drinkt, wil de volwassene ook een slokje. Maar als hij dan echt pies te drinken krijgt, gaat er iets fout.
      'Wat drink je', is een samenleesboek: er zijn twee rollen - de hoofdrol en de bijrol - die typografisch goed onderscheiden zijn. Als een kind zo'n driekwart jaar leeservaring heeft, kan het toneelspel beginnen. Maar ook als voorleesboek is het aardig en brutaal. Ted van Lieshout heeft een leuke en uitgebreide eigen site .

    4. Ik ben een held (Amsterdam: Van Goor, 1990)

      LieshoutHeld

      Op het randje van wat kan voor een net vijfjarige, maar Douwe heeft er geen nachtmerries aan over gehouden. Het boek met drie verhalen is brutaal, spannend en grappig. De blauwvis blijkt een haai die Snoet en 13 kinderen opeet, Blootspook schaamt zich voor zijn naaktheid, maar met name de Botteboe is uitermate spannend: hij bestaat uit enkel botten en is zijn hoofd kwijt. Hij eist dat de ik-figuur hem helpt met zoeken naar zijn hoofd. Dan kan Botteboe tenminste een bil van hem opeten: "Maar wat geeft dat nou? Jij hebt er twéé! Jij kunt er best een missen!"
      Wat het boek tevens erg goed maakt, is de gelijkwaardige communicatie tussen vader en kind:

      'Jij doet een beetje stom, pap. Waarom doe je dat?'
      'Het is zo leuk om jou te pesten,' zei hij. 'Pf, daar geef ik niets om. Ik heb lekker een pakje.'
    5. Herrie, Klein voorleesboek over een grote schreeuwlelijk (Ill: Georgien Overwater, Amsterdam: Van Goor, 1995)

      LieshoutHerrie

      Herrie praat altijd maar hard, heel hard. Ze heeft een goede reden. Want als ze fluistert, hoort haar moeder haar niet. "'Heb jij nou gehoord wat ik zei?', vroeg Herrie hardop. 'Wat lieverd?' 'Zie je wel,' schreeuwde Herrie, jij hoort me nooit.'"
      De toon is direct weer op Lieshoutiaanse wijze gezet: moeder en dochter leven op vriendelijke wijze met elkaar in onmin.
      Herrie probeert haar moeder te manipuleren, en schreeuwen lijkt de meeste resultaten op te leveren. Moeder behandelt haar op een begripvolle en gelijktijdig spottende toon:
      "'Wat moeten we nou doen als jij per ongeluk of expres mijn teen eraf knipt?', vroeg Herrie bezorgd. Je kon het maar beter van te voren weten, want als het ongeluk eenmaal gebeurd was, dan was iedereen natuurlijk in paniek. 'Dan eten we vanavond tenensoep', zei mamma zonder op te kijken."

    6. Mijn tuin, mijn tuin

      Cover Mijn Tuin Ill: Daan Remmerts de Vries (Amsterdam: Van Goor, 1995)

      Artistieke collages van kleurig papier, aangevuld met verf kunnen het verhaal niet redden: Piet en zijn poes beleven de tuin op een geheel andere manier. Pas als de hond in het geding is, zijn ze het met elkaar eens: daar kan je lekker mee dollen.

  4. Astrid Lindgren

    1. In Schemerland (Ill: Marit Törnqvist)

      Ontroerend en troostrijk boek over een jongen die waarschijnlijk nooit meer zal kunnen lopen. Gelukkig haalt meneer Rozenstaf hem iedere avond met de schemering op. En dat je niet kunt lopen? Of dat je andere dingen niet kan? "Dat doet er niet toe in Schemerland."

    2. De gebroeders Leeuwenhart 1974

      Vele boeken van Astrid Lindgren zijn voor alle leeftijden. De Gebroeders Leeuwenhart heeft Douwe regelmatig herlezen, ieder jaar een keer. Sommige schrijvers gaan lang mee. Als voorleesboek vind ik het minder prettig. Een probleem dat zich bij veel 'gewone' leesboeken voordoet. De beschrijvingen om de sfeer te proeven, zijn in het tempo van voorlezen erg langdradig. Eigenlijk alleen J.K. Rowling met Harry Potter heeft dat probleem (vrijwel) volledig weten te omzeilen.

  5. Alfred Lobel

    Alle verhalen van Kikker en Pad (Amsterdam: Ploegsma, 1996, vert. Uit het Engels, 1970 - 1979)

    Verzameling van alle verhalen rond Kikker en Pad, die in de jaren 70 voor het eerst verschenen. Kikker en Pad zijn beste vrienden. Van deze vriendschap wordt op een humoristische wijze verslag gedaan. Het boek is geschikt voor beginnende lezers, maar leest ook uitstekend voor.

  6. Pamela Lofts

    Illustratrice van Marcia K. Vaughans geweldige Wombat Soep .

  7. Anne Maar

    Kever Kasper (Ill: Verena Ballhaus Tielt: Lannoo, 1997, vert. Uit het Duits, 1997)

    Het idee om een kever te zijn is al niet echt aantrekkelijk, maar een mestkever... Zelfs andere kevers denken dat Kever Kasper stinkt. Toch gaat hij eens in de drie dagen in bad. Alles verandert als hij een kist vol kevervesten erft. Kasper wordt een verkleedkunstenaar. En hij is zo goed, dat zelfs de edele en voorname vliegende herten hem op hun feest uitnodigen.
    Maar hoe boots je een gewei na? Een absurd verhaal met, helaas, een moraal. De illustraties zijn vrolijk en vol zachte kleuren.

  8. Gregie de Maeyer

    Reuze! (Illustratie: Wouter Krokaert Uitgever: Averbode: Averbode, 1999)

    MayerReuze

    Een vervaarlijke reus belaagt kinderen. Hij speurt het hele huis door en tovert ze overal vandaan. Reuzemoe probeert hem steeds te kalmeren: "Je hart, denk om je hart."
    Pas als ze de reus gevangen genomen hebben, komt de rust terug. Maar wie is die reus eigenlijk?
    Een schitterend griezelig reuzenboek, met illustraties in kleurpotlood en waskrijt. De tekst is dusdanig geschreven dat je vanzelf gaat brullen en sputteren en toveren. Voor kinderen vanaf een jaar of zes (zelf lezen vanaf 8 jaar).

  9. Annie Makkink

    Helden op sokken (Illustratie: Marit Törnqvist Uitgever: Amsterdam: Querido, 1998)

    MakkingHelden

    Ik had de moed bijna opgegeven een schrijver te ontdekken die zich kan meten met Geert de Kockere, en toen ontdekte ik Helden op sokken van Annie Makkink: een absolute aanrader. Ook zij schrijft in korte zinnen, en herhaalt delen van zinnen zo af en toe enkel en alleen voor het ritmisch effect:

    "Ze zitten naast elkaar.
    Op de omgekeerde tobbe.
    De kat en het meisje.
    Ze kijken naar de hemel en tellen de sterren.
    Het zijn er veel.
    Ontelbaar veel.
    Misschien wel een miljoen."
    Makkink Sokken1

    Het verhaal gaat over Zus en haar tien broers. Zus moet in huis blijven, terwijl haar broers, Een tot en met Tien, iedere dag avonturen in het bos gaan beleven. Nou ja, avonturen... Zus zorgt voor het avondeten: iedere avond spek en bonen. Maar Zus wil ook op avontuur.

    "'Nee Zus. Dat kan niet.
    Dat is niets voor jou.'
    Dat zeggen de broers.
    Allemaal. Op Één na. Één haalt zijn schouders op en zegt:
    'Waarom niet?'"

    Als Zus dan op avontuur gaat, beleeft ze ook werkelijk wat. Samen met Eén en de kat, de helden op sokken. Althans, zij dragen geen schoenen. Maar hoe zit het met de heldhaftigheid van de andere broers? Het boek is niet alleen prachtig geschreven, ook de illustraties van Marit Törnqvist zijn om intens van te genieten.

  10. M. Matchenko

    Illustrator van Munsch' De Prinses in de papieren zak.

  11. Andrew Matthews

    Kattelied (Illustratie: Allan Curless Uitgever:Baarn: De Fontein, 1994, vert. uit het Engels, 1993)

    Dit verhaal gaat over Onze-Lieve-Heer. Op een ochtend wordt hij wakker terwijl hij katten zingt. Nu hij ze eenmaal gezongen heeft, moet hij ook een plek voor ze vinden op de wereld. Gelukkig is dat niet zo moeilijk. Als hij weer terugkeert naar zijn huis op de berg, is het wel stil. Vooruit, nog één trillertje dan.
    Kattelied is duidelijk geschreven door een kattenliefhebber. Met oog voor detail wordt het verhaal verteld, waarbij de tekeningen op humoristische wijze dit licht blasfemische avontuur ondersteunen.
    Douwe heeft dit boek zelf in de bibliotheek uitgekozen, omdat wij vroeger (tot Douwe een jaar of twee was, toen is Soefie in een weekend verdwenen) een kat hebben gehad. En die mist Douwe toch wel heel erg...

  12. Merline

    Illustrator van Alain Serres' De verschrikkelijke Wolf.

  13. Gerard van Midden

    Michiel en de houtsnijder (Illustratie: Richard Feld, Hoevelaken: SGO, 1999)

    Een echt kerstverhaal: Michiel ontmoet een houtsnijder aan de vooravond van kerstmis. In de nacht trekt Michiel erop uit met de houten poppen op weg naar het kerstkind. Onderweg blijven de poppen een voor een achter om ergens te helpen. "Het verhaal in het prentenboek leent zich goed voor het gebruik in een viering. Om dat mogelijk te maken is er een diaserie - inclusief liedcd - beschikbaar." Een christelijk getint prentenboek dat echter niet irriteert als je niet-gelovig bent. In tijden van kerst dus best wel leuk om te lezen.

  14. Brigitte Minne

    1. Heksenfee (Illustratie: Carll Cneut, Wielsbeke: De Eenhoorn, 1999)

      Cover Heksenfee

      Je zal maar als fee geboren zijn... Dan moet je met een toverstafje zwaaien. En mag je geen boot krijgen voor je verjaardag: "'En wat als je in het water tuimelt?' vroeg mamma. 'Dan is je jurk smerig en je hoed om zeep. Nee, dat kan niet.'"
      Rozemarijn besluit dan maar naar de heksen te gaan. Mamma houdt er vreemde ideeën op na over de heksen, maar Rozemarijn bevalt het er uitstekend. Uiteindelijk ziet ook mamma in dat het allemaal reuze meevalt. Dus wordt Rozemarijn een echte heksenfee.
      De illustraties van Carll Cneut zijn, als altijd, prachtig. Een kleine kanttekening: mamma lijkt wel heel erg veel op Woeste Mie van Geert de Kockere, dat Cneut ook illustreerde. Van Woeste Mie kan echter veel gezegd worden, maar die is allerminst een fee!

    2. Slaap lekker, Rosalie (Illustratie: An Candaele, Wielsbeke: De Eenhoorn, 2002)

      Het is slaaptijd, vindt Meneer Maan. Maar de eend Rosalie denkt daar anders over en verschuilt zich voor het maanpoeder. Nu de rest slaapt, kan Rosalie van alles doen. Meneer Maan wordt boos, en als de anderen wakker worden, zullen ze waarschijnlijk ook wel boos worden...
      De vertederende tekeningen maken van dit eendje dat niet wil slapen een wel heel menselijk wezentje.

  15. Bart Moeyaert

    1. De brief die Rosie vond (Illustratie: André Sollie, Antwerpen: Standaard, 1997)

      Moeyaert Rosie

      Rosie vindt een brief op straat. Had ze hem maar direct in de brievenbus gegooid. Helaas wordt ze nu verteerd door nieuwsgierigheid. De brief is gericht aan 'Mijn Hart', De Tuintjes 1.

      "Dat adres was ook al raar.
      Rosie dacht aan een tuintje.
      Een heel klein tuintje.
      Daar woonde dat hart in.
      Het lag te bonken onder een boom."

      De brief komt van de 'Man van je leven'. Haar moeder zegt dat het een liefdesbrief is en dat ze hem direct op de bus moet doen. Haar zus zegt dat-ie van een enge moordenaar is.
      En haar broer vertelt haar tussen neus en lippen hoe je het briefgeheim kan schenden zonder dat iemand het merkt. Had ze dat maar nooit gedaan...

    2. Grote Oma's (Illustratie: Kitty Crowther, Amsterdam: Querido, 1999)

      Moeyaert GroteOma

      "Grote oma's zijn gevaarlijk. Als ze op bezoek komen, gaan ze zitten. Meestal blijven ze dan een week."
      De toon wordt vanaf de eerste regel gezet: grote oma's laten winden, willen zien wat ze niet mogen zien, en ze zijn bijna blind. Nee, dan kleine oma's...
      Een zeer humoristisch boekje dat eenvoudig met oost-indische inkt geïllustreerd is door Kitty Crowther. Niet geschikt voor grote oma's.

    3. Afrika achter het hek (Illustratie: Anna Höglund, Amsterdam: Querido, 1995)

      'Afrika achter het hek' speelt zich af in een typisch jaren zeventig woonwijk: 8 buren op een rij die exact hetzelfde huis hebben en op vrijdag naar de markt. Of eigenlijk zijn het er zeven die zo hun leven leiden; een buur wijkt af: "Die ging naar een markt die wij niet kenden. En alleen als het haar uitkwam."
      Zij komt uit Kameroen en zet de buurt op stelten als ze de schuur in de tuin afbreekt en er iets anders voor in de plaats zet. Iets dat haar helpt wanneer ze heimwee heeft. Wie de beschrijving leest van Bart Moeyaert, kan zich deze heimwee goed voorstellen. Gelukkig tonen het buurjongetje, die het verhaal vertelt, en diens ouders, enig begrip.
      Maar dat ze uitstekend Nederlands spreekt, blijkt zelfs voor hen een openbaring. Het verhaal balanceert op de rand van politiek-correct moralisme en hyperrealiteit. Voor de naïeve kleurpotloodtekeningen kreeg Anna Höglund in 1996 de Zilveren Penseel.

  16. Jan Mogensen

    De reis naar het land waar alles groot is

    Uitgever: Mechelen: Bakermat, 1992 (vert. uit het Deens, 1992)

    Sofie mag op een dag mee met haar oom Ib. Ze gaan naar het land waar alles groot is. Sofie verbaast zich eigenlijk nergens over, maar kijkt natuurlijk wel haar ogen uit. In het paleis van de mieren, bovenop de rug van een libelle, in het restaurant.
    "'Oom Ib, kon die tovermier echt toveren?' 'Jazeker, antwoordde oom Ib, 'als de beste'. 'Toch denk ik niet dat ik haar heb zien toveren.'"
    De illustraties zijn grote aquarellen.

  17. R. Munsch

    De Prinses in de papieren zak (Illustratie: M. Martchenko, Amsterdam: De Jonge, 1995, vert. uit het Engels, 1980)

    Elizabeth was een mooie prinses en ze was verloofd met prins Ronald. Als de draak haar vriendje ontvoerd, komt ze in actie. Maar dan toont de prins zijn ware aard. Een sprookjesachtig verhaal, dat helaas na een paar keer vertellen zijn charme reeds verliest.

  18. Peter Nickl

    Tekst van Krokodil Krokodil. Zie bij Binette Schroeder .

  19. Sven Nordqvist

    Vossejacht (Leuven, Davidok/Infofonds, 1995, vert. uit het Zweeds, 1986)

    Opa Pettson en zijn kat Findus kenden we al van de cd-rom 'Pettson en Findus in de tuin'. Deze cd-rom is een enorme aanrader: vol afwisselende spelletjes, je kan je eigen moestuin maken en onderhouden, en een baan voor een trein maken. De illustraties in 'Vossejacht' zijn, net als op de cd-rom, prachtig. In een afbeelding wordt een heel verhaal verteld. Helaas is de tekst vrij zwak. Dat zal zeker deels aan de vertaling liggen: herhaling van woorden in één zin (niet-ritmisch) en veelvuldig gebruik van 'en...en...en'. Ook de plaatsing van de tekst is ronduit lelijk: soms dicht op de marges van de pagina, of ergens in de tekening weggefrommeld.
    'Vossejacht' gaat over een vos op kippenjacht, en een buurman op vossenjacht. Findus en Pettson maken een plan om de vos te verjagen, zodat hij nooit meer een kip zal eten. Maar als Findus naar beneden suist, wie vindt hij dan? Het boek had meer verdient dan deze vertaling. De drie sterren die het boek nog krijgt van ons, is vooral te danken aan de illustraties. Wie echter echt de twee figuren van Nordqvist wil leren kennen, raad ik de cd-rom aan.

  20. Hiawyn Oram

    Tekst bij Tony Ross' Zij is Altijd de Eerste .

  21. Maartje Padt

    De oppasheks (Illustratie: Juultje Putman Uitgever: Antwerpen/R'dam: De Vries-Brouwers, 1990)

    Pappa en mamma gaan weg. Een onbekende komt oppassen. Zij is vast een heks. En de taart voor oma? Is die wel veilig? Gelukkig heeft ze Beer - met hem durft ze wel naar beneden.

  22. Korky Paul

    Korkywinter1

    Prachtige tekeningen, volstrekt anders dan Annemarie van Haeringen, maar minstens even grappig. Ook Korky Paul heeft een eigen plek in Schoondorp .

  23. Marcus Pfister

    1. In Duitsland is Marcus Pfister een waar begrip. Van zijn mooiste vis zijn niet alleen vele boeken verkocht, maar ook als poster en zelfs als knuffel is hij te verkrijgen. Helaas zijn alle boeken die wij van hem gelezen hebben, erg moralistisch.
      Zo wordt Lodewijk eerst als koning door alle dieren verguisd om, wanneer hij onbaatzuchtig andere in het bos helpt, herkozen te worden. Waarbij hij natuurlijk de kroon als symbool plots weigert, omdat hij gelijk wil zijn aan de andere dieren. Alle boeken zijn uitgegeven bij De Vier Windstreken

      Pfister Pinguins
    2. De mooiste vis van de zee

      PfisterRainbow
    3. De mooiste vis van de zee helpt een ander

      Pfister Mooistevishelpteenander
    4. Hoe Lodewijk opnieuw koning werd

    5. Haas Huppel krijgt zwemles

  24. Pierre Pratt

    Illustrator van James Sage's Aaltje Brutaaltje .

  25. Juultje Putman

    Illustratrice van De Oppasheks van Maartje Padt.

Naar boven