Over etudes en korte verhalen

december 2016

Al jaren verzuchten recensenten dat in Nederland het korte verhaal niet leeft. Die zucht werd alleen maar dieper nadat Alice Munro, schrijfster van uitsluitend korte verhalen, in 2013 de Nobelprijs voor Literatuur won. Vandaar misschien dat in 2015 Nederland Leest koos voor het korte verhaal, in een poging Nederland aan de verhalenbundel te krijgen. Het verhaal werd hierbij gepresenteerd als passend bij deze tijd van Youtube clips en ander kortdurend vermaak. Hetgeen mij een wat kortzichtige manier lijkt om mensen aan het lezen te krijgen: Mis je de concentratie en tijd voor een boek? Lees dan een verhaal.

Als om de belediging te verzachten, beweerden de initiatiefnemers dat een verhaal een uniek en waardevol literair genre is, met eigen spelregels en conventies. Is het verhaal, om in termen van de muziek te spreken, meer dan enkel een single van een album? Feit is dat op een enkele uitzondering na, vrijwel alle verhalenbundels geschreven zijn door mensen die vooral bekend zijn van hun romans.

Verhalen in soorten en maten

Begin 2015 begon ik aan De Man Zonder Eigenschappen van Musil. Wie aan deze roman van ruim 1300 pagina’s begint, is voor lange tijd onder de pannen. Niet alleen het enorme aantal pagina’s, maar ook de rijkdom aan ideeën is daar debet aan. Na 10 pagina’s was ik meestal wel weer even klaar met lezen en had ik ruimte nodig om te bezinnen, te ademen, te verwerken. Misschien dat ik daarom 2016 anders ben begonnen - niet 1 roman van zo’n 1400 pagina’s, maar verhalen van ergens tussen de twee en de dertig pagina’s. Het lekkere van een verhalenbundel is bovendien dat je haar kan wegleggen en dat je haar niet in een keer hoeft uit te lezen. Al is dat in de praktijk wel vaak gebeurd, waarover later meer.

De afgelopen 18 maanden heb ik de volgende bundels gelezen:

Bovendien heb ik losse verhalen gelezen van Umberto Saba, Lyndie Davis, Annie Proulx en Alice Munro en nog een aantal in De Gids. Een type dat ontbreekt in dit overzicht zijn de verhalen-romans, een reeks korte verhalen die geschreven zijn om gezamenlijk in een bundel te verschijnen en zo een kaleidoscopisch beeld bieden van het thema dat de schrijver wil onderzoeken, zoals bijvoorbeeld in enkele bundels van Margriet de Moor.

Wie de lijst bekijkt, kan zich afvragen of er wel sprake is van zoiets als ‘het korte verhaal’? Om eerlijk te zijn: nee, zoals er ook geen genre bestaat van ‘het lange verhaal’ of ‘de dikke roman’. De korte verhalen die ik heb gelezen, laten zich ruwweg in vier categorieën opdelen:

Wat opvallend is: voeg bovenstaande vier categorieën bij elkaar in een boek, en je krijgt Musil met De Man Zonder Eigenschappen. Je zou dat boek dan ook een conceptroman kunnen noemen, naar analogie van het conceptalbum, in de rockmuziek een inmiddels wat archaïsch verschijnsel, voornamelijk uit de tijd van de progressieve rock en zo af en toe opnieuw afgestoft.

Het korte verhaal als schnabbel

Misschien komt het omdat ik geen single-mens ben, maar het korte verhaal nodigt vooral uit om lekker door te lezen. Zoals ik van albums hou, zo heb ik ook behoefte om na het eerste korte verhaal direct het volgende te lezen. De gedachte van een kort verhaal op zichzelf boeit me niet zo.

Blijkbaar ben ik daarin niet de enige, want eendagsvliegen vind je niet onder de verhalenschrijvers. Om als zodanig de annalen in te gaan, moet je, met uitzondering van Alice Munro, minstens 1 volledige roman geschreven hebben. Het korte verhaal heeft een groot voordeel voor de schrijver: je bent eerder klaar. Het lijkt er dan ook op dat minstens een deel van de verhalen vooral broodwinning zijn, Javier Marías is daaarin heel duidelijk. Als auteur krijg je een opdracht met een thema en je kunt financieel weer even verder.

Vertellersplezier

Waar het niet alleen om de schnabbel is, zie je soms juist het vertellersplezier van de pagina’s afspatten. Schrijvers vinden het nu eenmaal leuk om woorden op papier te zetten, en voor een verhaal hoef je net wat minder research te doen en hoeven er geen plotschema’s op prikborden en koelkasten bijgehouden te worden. Dan is het korte verhaal op zijn sterkst - geen vingeroefening die je vooral doet smachten naar het hele verhaal, maar een korte flikkering van branie en brille, van vertellersplezier en vernuft.

Is het gebrek aan succes van het korte verhaal in Nederland onterecht? De vergelijking met Youtube pleit wat mij betreft in ieder geval niet voor een noodfonds voor het korte verhaal. Laten we blij zijn dat het vooral uitgewerkte en uitgesponnen romans zijn waar we in Nederland blijkbaar warm voor lopen. Ruimte en aandacht voor de karakters, voor de ideeën - dat lijken me zeer welkome antistoffen in deze tijd van altijd-aan-mediagebruik. Dus een pleidooi voor het korte verhaal? Dat lijkt me zonde van de tijd. Wat vaker een verhalenbundel kopen? Dat kan ik, gezien de enorme diversiteit en de hoge kwaliteit, zeker aanbevelen. Van je favoriete schrijver zullen zelfs zijn of haar schnabbels de moeite waard zijn.